Je kunt er een reanimatietraining mee doen, een rondleiding maken in een bedrijf, een duizelingwekkende wandeling op grote hoogte maken, in een game ongemerkt je spieren trainen of zo genieten van het zwemmen met dolfijnen, dat je even geen pijn meer voelt. Virtual Reality. De mogelijkheden zijn eindeloos, op het vlak van entertainment, in het zakelijk leven én in de zorg.
Ben je in gesprek met Tim Nijland, dan weet je direct: hier is gepassioneerd man aan het woord. Vol enthousiasme verhaalt hij over de kansen die Virtual Reality (VR) en ook Augmented Reality (AR) kan bieden. Laatstgenoemde technologie voegt geluiden, video’s en afbeeldingen toe aan de bestaande omgeving, zoals bekijken hoe een stoel in een interieur staat of een zwembad in een tuin. Nijland richtte in 2012 VR Owl op, nu het grootste bedrijf in Nederland gespecialiseerd in VR en AR. “Met 35 medewerkers met een gemiddelde leeftijd van 25 jaar.” Nijland lacht. “Ik ben een veteraan.”
Met een VR-bril op de neus een ‘levensechte’ rit in de achtbaan maken, als een Max Verstappen racen over het circuit of lopen op een plank richting het randje van het dak van een wolkenkrabber… Typische toepassingen van VR ter vermaak, geeft Nijland aan. Maar VR is ook serious business en inzetbaar als effectief leermiddel. “Een reanimatietraining of een training voor agenten hoe te handelen op een plaats delict. Als je allemaal een bril op hebt, kun je tegelijkertijd dezelfde training volgen, waar je ook bent. Voor de politie hebben wij al drie casussen ontwikkeld.”
VR Owl heeft al uiteenlopende programma’s gerealiseerd. “Van rondleidingen door bedrijven, tot het leren besturen van een grote graafmachine en het oefenen met het plaatsen van loopbruggen tussen een schip en platform. Noem een branche of probleem en wij bedenken een toepassing. Vooral bij grote, gevaarlijke of tijdrovende processen is VR van meerwaarde en kan het een gigantische kostenbesparing opleveren.”
Remco Hoogendijk, innovatiemanager bij de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, is al net zo enthousiast als Nijland. Ook hij ziet veel moois gebeuren op het gebied van VR, bijvoorbeeld bij het verkennen van grenzen en angsten overwinnen. “Mensen met pleinvrees kunnen via VR langzaam wennen aan een drukke omgeving, zonder dat ze er echt staan, en zo van een heftig trauma afhelpen. Dat vind ik heel mooi.” Nijland stemt daarmee in. “Of denk aan stewardessen die via VR trainen wat ze moeten doen in een noodsituatie. Je kunt een gevaarlijke situatie in een heel veilige situatie simuleren en daarvan leren.” Ook binnen de kliniek zijn trainingen in VR ontwikkeld. Hoogendijk: “Denk aan veiligheidsprocedures die je moet toepassen wanneer iemand flauwvalt.”
De Sint Maartenskliniek was direct geïnteresseerd toen VR in beeld kwam als hulpmiddel in de zorg. Dat was in 2016. Experimenten met de eerste versie VR-brillen pakten positief uit. Hoogendijk legt uit: “VR werkt heel goed als afleiding van acute pijn. Dat komt doordat de visuele prikkel sneller werkt dan de pijnprikkel, omdat deze een kortere afstand aflegt naar de hersenen. Als een patiënt na de operatie pijn heeft, duurt het soms even voordat de medicatie optimaal werkt. Om die tijd te helpen overbruggen, zetten we bijvoorbeeld de VR-brillen in. Sommige patiënten vinden de ademhalingsoefeningen prettig, of kijken naar een film.”
Naast VR4Pain (pijnbestrijding) heeft de kliniek tevens het VR4REHAB-programma. Hierbij wordt VR ingezet voor revalidatie, met toepassingen die beweging ontlokken bij patiënten. Hoogendijk: “Mensen die hun nek hebben gebroken dragen een tijd een haloframe, een vest dat is bevestigd aan een ring om het hoofd. Vaak durven mensen nadat het haloframe afgaat hun nek niet te bewegen, uit angst dat ze iets breken. Met een spel in VR vragen we of de patiënt om naar de sterren te kijken en deze te volgen. Na een kwartier is de range van bewegen al heel groot, waanzinnig! Je kunt met VR ook mensen leren om door de pijn heen te bewegen, bijvoorbeeld door de illusie te geven dat ze een hand helemaal strekken, terwijl dit in werkelijkheid maar een beetje is. VR is een krachtig instrument om in te zetten, de visuele impact is heel sterk.”
De Sint Maartenskliniek leidt een Europees consortium en stimuleert ontwikkelaars, kennisinstellingen en revalidatieklinieken om VR-revalidatietools te ontwikkelen. Tevens wordt het effect van deze VR-therapie bij patiënten onderzocht. “Bijvoorbeeld met op de maat van de muziek blokjes wegslaan. Zo ben je aan het revalideren terwijl je aan het gamen bent. Dit levert hetzelfde effect op als bij de klassieke vorm van revalidatie, alleen is het leuker. Wij zien ook dat kinderen die VR gebruiken sneller revalideren”, vertelt Hoogendijk. Dit kan in de gamesroom in de kliniek, met interactieve wanden, Xboxen en VR-brillen, maar ook thuis.
De innovatiemanager is best trots op de inzet van de kliniek op vernieuwing en ook dat er al zo’n veertig VR-brillen in omloop zijn. Een kleine schaduwkant is er wel. “Een bril die je vandaag koopt, is volgend jaar bij wijze van spreken niet meer bruikbaar. Aan de brillen zijn software, een platform en programma’s gekoppeld. De technische ontwikkelingen daarvan gaan supersnel. De vraag is ook hoe je het beheer van de software en van de brillen goed en centraal regelt. In de behandelkamer wil je als arts er niet achter komen dat een VR-bril een update nodig heeft.”
Een ander aandachtspunt is de Europese verordening medische hulpmiddelen (MDR) die sinds mei 2021 van kracht is. Software moet aan de nieuwe regels voldoen om het verplichte MDR-keurmerk te krijgen. “Dat maakt het voor ontwikkelaars lastig. De software moet door auditors worden beoordeeld en dat kost tijd en geld, iets wat schaars goed is”, stelt Hoogendijk. “Verder heb je te maken met de zorgaanbieder, die zelf mag bepalen wat wel of niet wordt vergoed. En kent een patiënt alle VR-programma’s, dan is de kans groot dat ontsnappen aan de pijn minder goed werkt, dus je moet het aanbod vaker vernieuwen.”
Nijland stipt aanvullend een andere beperking van VR aan, die zeker een rol speelt in de entertainmentwereld. “Een VR-bril kan nooit het gevoel vangen wat je hebt als je live bij een concert bent. Sta je zelf in een zaal, dan worden alle zintuigen geprikkeld: je voelt de bass, je ruikt de zweetgeur, die beleving is echt anders dan via VR. Aan de andere kant kan VR wel een extra dimensie geven, dat wordt al veel gedaan bij kunst en cultuur. Dat je in het schilderij ‘De Sterrennacht’ van Van Gogh kunt stappen, heel cool. Of om de operatietafel in ‘La Conferenza Anatomi’ van Rembrandt van Rijn kunt lopen. Dat vind ik heel cool als aanvullende ervaringen.”
Waar een consument een VR-bril met software kan kopen en direct kan gebruiken, werkt dat bij medische toepassingen anders. Hoogendijk: “Op het startscherm zie je alleen de applicaties die bij de behandeling passen. Bij ons tref je dus geen bloederige schietspelletjes aan. Het is ook zaak dat wat erop staat veilig is neerzet zodat het niet te hacken is. Zo zijn er allerlei hobbels waar je tegenaan loopt in de praktijk.”
Een van die hobbels is ook de grote onbekendheid en ervaring met VR. “Je ziet dat het voor veel bedrijven vanzelfsprekend is om een site te bouwen, maar over VR wordt (nog) niet over nagedacht. Terwijl deze techniek zoveel meerwaarde biedt”, zegt Nijland. Wat de oplossing is? “Onderzoek hoe groot de investering is, hoe het is te implementeren en te onderhouden en welke impact het zal hebben op het bedrijf. Wat levert het je op? En creëer draagvlak, anders gaat het nooit werken.”
De Sint Maartenskliniek heeft duidelijk ambities om zich op technisch vlak te ontwikkelen. Dat vindt Hoogendijk een mooie ontwikkeling: “De vervolgstap is dat meer mensen ermee bekend raken. Dat het echt dagelijks wordt ingezet bij pijnbestrijding of revalidatie. Je wilt dat VR business as usual wordt. Er is een gebrek aan personeel in de zorg en VR kan de zorg ontlasten. Een nieuwe stap is een 3D-site waarin een therapeut in 3D oefeningen kan geven. Maar er zijn eerst technische ontwikkelingen nodig om daar te komen. Iemand moet beginnen om die wereld te ontginnen. Wij zijn een van de ziekenhuizen die daar in investeren.“
“Er zijn al veel mogelijkheden en toepassingen. En er zijn nog zoveel dingen die verbeterd kunnen worden”, verzekert Nijland. “De evolutie van VR is nog lang niet voorbij.”