Lees verder
Portugees Eduardo Neves begon elf jaar geleden als software developer bij huizenwebsite Funda. Hij groeide mee met het bedrijf en werd Chief Technology Officer. Door het beheer van bestaande ICT uit te besteden en daarmee ook de kosten te verlagen creëerde hij ruimte om te experimenteren en innoveren.
Neves verdeelt zijn tijd tussen Portugal en Nederland. Hij is voor een deel een remote worker zoals dat heet, maar spendeert per maand een week in Amsterdam om feeling te blijven houden bij zijn collega’s. “Toen ik elf jaar geleden aantrad, was ik één van de eerste niet-Nederlandse werknemers. Dat was op het moment dat iedereen binnen het bedrijf, inclusief de CEO, Nederlands sprak. In vier à vijf jaar groeide het bedrijf en ook de techkant. Meer internationale expertise kwam aan boord en we werden meer en meer een techbedrijf. Daardoor hebben nu voor een groot deel Engels als voertaal. Een kleiner deel gaat vooral over sales en marketing, in het Nederlands. We zijn en blijven namelijk naast een techbedrijf ook nog gewoon een sterk Nederlands merk.”
Funda begon als een soort catalogus voor huizen, beschouwt Neves. “Een database van huizen in Nederland die te koop stonden, meer niet. Om de offline catalogus te vervangen. Dat was echt nog een catalogus, geen platform waar partijen elkaar kunnen vinden zoals nu. Het werd ook buiten de organisatie gebouwd en onderhouden.” Neves groeide met de onderneming mee. “Toen er een positie voor een team lead vrijkwam, stak ik mijn hand op en kreeg ik de kans om dat te gaan doen. Die verschillende rollen later met toenemende verantwoordelijkheden, vroeg de CEO me om CTO te worden.” De onderneming groeide naar 140 medewerkers nu. “In het begin hadden we moeite om te innoveren omdat we servers, hardware en software in huis hadden en veel tijd moesten spenderen aan het onderhouden van al die onderdelen. Als er een piek in verkeer was, moesten we bijvoorbeeld harddisks bijkopen en dat kon tot zes maanden duren voordat we deze geïnstalleerd en wel in ons datacenter hadden.”
Het kostenplaatje had ook alles te maken met de lage innovatiegraad. Neves: “Als we hulp nodig hadden van een externe partij, dan werd er een ticket aangemaakt voor een order. We zijn geen grote onderneming, maar we kennen wel een enorm hoog aantal verkeer op onze website. Zestig miljoen sessies in een maand. We zijn daarmee een van de grootste websites van Nederland. We werden door zo’n externe partij dan meteen in de hoek van de Amazons en Google gedrukt, inclusief de bijbehorende prijzen voor hun werkzaamheden. Maar eerlijk gezegd: we kunnen niet hetzelfde betalen als Google.”
Tijd voor een list, moest Neves hebben gedacht. Temeer omdat de kosten voor beheer en onderhoud van al die hardware en software begon op te lopen. “We hadden flexibiliteit nodig en wilden de kosten naar beneden brengen. Als we dat zouden kunnen doen, zouden we ook meer ruimte hebben om dicht tegen onze productteams aan en dichterbij onze klanten te kunnen experimenteren en innoveren. Kortom, continu bezig kunnen zijn met het beter maken van onze producten. Maar we hadden echt alles on premise. Servers, firewalls, load balancing, content management systemen, business intelligence tools, enzovoorts. Alleen al de licenties en de experts om dit te onderhouden vormden een hoge kostenpost.”
Eduardo Neves: “We zijn geen grote onderneming, maar we kennen wel een enorm hoog aantal verkeer op onze website.”
Funda besloot het beheer en onderhoud van zijn basisinfrastructuur buiten de deur te leggen. Neves: “We hebben managed services ingehuurd en zijn overgegaan naar cloud diensten. We hebben nog steeds een vrij groot team voor site reliability engineering, maar dat focust zich op het mogelijk maken van ontwikkeling. In plaats van het managen van infrastructuur.” Zou Neves iedere onderneming het outsourcen van zijn managed services aanraden? “Nee, niet per se”, reageert Neves. “Als je in een sector zit waar je gebonden bent aan strikte regelgeving, kan het wat trickier zijn. Denk aan sterke regulering van data, data-eigenaarschap en AVG. In een veld waar je meer ruimte hebt om samen te werken met leveranciers, zou ik het zeker aanraden.” Maar niet zonder uitgangspunten, haast de CTO zich te zeggen. “Grondregels zoals dat ze in elk geval open source-technologie moeten gebruiken. Zo heb je nooit te maken met een vendor lock in waarbij je afhankelijk wordt van de expertise van de leveranciers en relatief eenvoudig kunt overstappen.”
Het tweede voordeel van een leverancier die open source technologie gebruikt, is dat het aantal experts dat ermee kan werken groter is. Neves komt met een voorbeeld waarom je als CTO voorzichtig moet zijn met je keuze voor een technologie. “Booking.com had zijn programmeertaal gebaseerd op de open source technologie Perl en op een gegeven moment waren de developers niet meer aan te slepen. Ze moesten een grote rol op zich nemen in het Perl ecosysteem om het in stand te houden. Ze sponsorden bijvoorbeeld de Perl Foundation. Om uiteindelijk toch compleet over te moeten naar een andere codetaal. Zo’n lock in moet je zien te voorkomen.” Een andere regel van Neves is dat hij eerst een éénjarig contract aangaat om te proberen, om vervolgens pas naar een drie- of vijfjarig contract te gaan. “Leveranciers pushen om meteen in een voordelig drie- tot vijfjarig contract te stappen, maar dan zit je eraan vast. Dan weet je ook niet exact of de leverancier en het platform exact bij je passen. Die periode van een jaar waarin je probeert of het past, geeft je de tijd om te beoordelen of de samenwerking goed van de grond komt.”
Het onderhouden en beheer van de eigen hard- en software bracht hoge kosten met zich mee. Neves: “Nu is het een standaard fee, waarbij we meer betalen als we opschalen en minder als we afschalen. Dat is ook het grote voordeel van die managed services. Die kun je afhankelijk van je behoefte in de teams aanpassen. En je kunt, alsof het apps zijn, modules aan en uit zetten. Nu hebben we nog wel het centrale team voor site reliability engineering. Zij zorgen ervoor dat de productteams cloudruimte kunnen gebruiken of afschalen en zij zetten modules aan of uit. Dat blijft ook in de toekomst zo. Maar ik wil er wel naartoe dat engineers in de productteams meer eigen verantwoordelijkheid kunnen pakken en zelf kunnen op- en afschalen naar gelang hun behoefte. En de rekening vanuit hun eigen winst- en verliesrekening betalen. Ongetwijfeld dat er centraal moet worden meegekeken met de aankopen, maar dat is wat anders dan het aanmaken en creëren van ruimtes voor de productteams.” De managed services buiten de deur zetten, biedt de ontwikkelaars binnen Funda de mogelijkheid om in de productteams dichterbij de klanten, zowel makelaars als consumenten, te zitten. “In de dedicated operations teams”, aldus Neves. “Dag in, dag uit. Daar waar je ze wilt hebben zitten, werkend aan onze belangrijkste producten.”
Met ChatGPT als snel opkomend fenomeen, is de vraag aan Neves welke technologieën hij wel en niet wil investeren. “ChatGTP is heel aantrekkelijk vanuit een emotioneel oogpunt. Natuurlijk is het knap dat OpenAI uit miljoenen en miljoenen datapunten op vragen een tekst kan maken, maar conceptueel is het nog eenvoudig. Ik ben meer onder de indruk van DALL-E dat met kunstmatige intelligentie beelden kan creëren. Dus video’s, foto’s en zelfs kunstwerken. Dat zou in ons platform een meerwaarde kunnen hebben. Maar ik geloof niet dat we dit soort technologie meteen in ons platform moeten vatten. Daar staan die technologieën nog te veel in de kinderschoenen voor. Dan zou ik eerder een hackathon organiseren waarin we experimenteren en kijken welke toepassingen we voor ons zien. Daarbij komt dat we slechts één van de wereldwijd duizenden portals zijn voor vastgoed. We kunnen dus ook nog genoeg ideeën voor nieuwe technologieën en praktische applicaties van peers krijgen.”
Is het een nice to have of voegt het echt wat toe voor de makelaar of bezoeker van Funda.nl? Neves: “Dat is de vraag die je eerst moet stellen bij dit soort technologieën. Hoe ik voorkom dat ik technologieverliefd word? Als CTO moet ik zien wat er buiten onze onderneming te koop is. Als het passend lijkt, leg ik dat voor aan onze ICT’ers en de business. Maar als zij zeggen dat het niet past, moet ik dat aannemen, nederig zijn en niet mijn enthousiasme doordrukken.” Belangrijker dan die technologie is het feit dat de CTO en zijn ICT’ers aligned met de business zijn. “Wij zijn volgend op onze strategie. Gaan we voor groei, dan moet ik groei kunnen faciliteren op het platform. Kortom, wij moeten ervoor zorgen dat we de business niet in de weg zitten bij hun doelstellingen en ondersteunen bij hun plannen. Daarbij kun je je als ICT het beste zo flexibel mogelijk inrichten. Om mee te kunnen bewegen, maar ook om te kunnen innoveren.”
Foto's: Cor Salverius Fotografie